Een dag uit het leven van RDN Schipper Gerretje.
In actie op de Hildebrand en een toevallige ontmoeting met Het Wapen van Amsterdam vlak bij Nemo en Scheepvaartmuseum.
Wat er leuk is aan schipper zijn? Wat niet? Ik sta echt elke dag met een grijns aan het roer. Gerretje heeft al heel wat beroepen uitgeoefend – Ik was zo’n type dat elke twee jaar van baan wisselde- maar ze heeft nu haar stek gevonden. Dit is het, wist ze toen ze vier jaar geleden als hostess bij de rederij begon. Ze besloot haar vaardagen gaan sparen, want je moet er 720 hebben om het groot vaarbewijs te mogen halen. Dat was al langer een droom, want Gerretje heeft iets met boten. Ze is een ervaren zeiler en woont ook op een boot. Nadat ze haar klein vaarbewijs en het diploma Marifonie haalde, kon ze op de kleine bootjes en sloepen aan de slag. En ze begon aan de opleiding tot rondvaartschipper: één dag in de week naar school en als leerling op de grotere schepen meedraaien.
In het begin kneep ik hem wel eens, vooral op de mooie salonbootjes, die zijn zo fragiel en passen maar net onder de brug. Dan moet je echt het midden houden, anders vaar je het dak aan gort. En nu? Gerretje lacht: Nee hoor, ik heb inmiddels zó vaak gevaren, en zoveel geoefend op elke mogelijke manoeuvre… Ik heb nu zoiets: kom maar op met die boot, dat komt goed!
Natuurlijk worden er nog wel eens opmerkingen gemaakt, als gasten ontdekken dat een vrouw het roer in handen heeft. Dan zeg ik gewoon: we zijn nog niet weg, dus je kunt er nog af. Dat doet natuurlijk niemand. Amsterdam op haar mooist is voor Gerretje: Prinseneiland, Bickerseiland en de Raamgracht. Ze heeft ook oog voor de natuur op het water, de zwanenfamilies op de Oudezijds en – ze kan er nog steeds niet over uit – Ik zag een kikker zwemmen in de Herengracht!
Zo is er elke dag wel wat. Ik dacht wel dat ik het leuk zou vinden om schipper te zijn, maar zó leuk… Als ik aan het roer sta ben ik happy.